Bij spanning of gevaar kun je angstig worden. Het goede daarvan is dat je dan voorzichtiger bent of op de vlucht slaat.
Zo is het maar goed dat mensen en dieren bang worden van rook in een bos. Die zie je dan ook massaal wegvluchten. Daardoor worden ongelukken voorkomen en wordt de veiligheid vergroot.
Maar angst kan ook averechts werken en je verlammen. Dat is te veel van het goede. Dat is ook het geval als je bang bent voor situaties die daar helemaal geen aanleiding toe geven. Bij een paniekaanval kan je de verschijnselen krijgen die je normaal zou krijgen als je oog in oog met een groep bloeddorstige leeuwen zou staan.
Angst heeft een functie, iedereen kent angst en dat is maar goed ook!
Het angstcentrum in je brein kan overactief worden door bijvoorbeeld te veel stress, een burn-out of een hele heftige ervaring. Als dat gebeurt is de kans groot dat de angst je beperkt in je dagelijkse leven. Denk aan: niet naar de supermarkt durven, angst voor sociale gelegenheden, extreme hoogtevrees etc. De natuurlijk reactie is om alles wat ons angstig maakt te vermijden en voor je het weet zit je alleen nog maar thuis op de bank.
ACT
Vanuit de Acceptance en Commitment Therapy kijken we samen waar je angst zit, welke gedachten je erbij hebt en welk vermijdings- of controle gedrag je hebt ontwikkeld om de angst weg te maken.
We proberen vaak heel hard om alles wat wij als een angstprikkel ervaren te vermijden! Door controle en vermijding wordt je angst groter en zo krijgt angst meer grip op je leven.
Je ontdekt waar je vermijdt of controleert en welke andere acties er mogelijk zijn om die bepaalde situatie het hoofd te bieden.
